Van 1579 tot 1816 heeft bestaan een Classis Gorinchem, deel uitmakend van het gebied van de particuliere synode van Zuid-Holland. Deze Classis bestond uit drie ringen, namelijk:
1. de ring Arkel (gedeelte van de huidige provincie Zuid-Holland) met de volgende vijftien gemeenten: Gorinchem, Hoogblokland, Leerbroek, Hardinxveld, Asperen, Arkel, Hoornaar, Kedichem, Giessendam, Heukelum, Schelluinen, Nieuwland, Oosterwijk, Noordeloos, Spijk; 2. de ring Heusden (gedeelte van de huidige provincie Noord-Brabant) met de volgende twaalf gemeenten: Heusden, Vlijmen, Heesbeen en Aalburg, Babyloniënbroek, Engelen, Hedikhuizen en Herpt, Eethen en Drongelen, Wijk aan de Maas, Baardwijk, Genderen en Doeveren, Meeuwen, Veen; 3. de ring Altena (eveneens een gedeelte van de huidige provincie Noord-Brabant) met de volgende acht gemeenten: Woudrichem, Almkerk, Giessen, Werkendam, Uitwijk, Neder- en Opandel, Sleeuwijk, Rijswijk. In 1816 werd het Zuid-Hollandse gedeelte van de Classis Gorinchem gedeeltelijk bij de Classis Dordrecht en gedeeltelijk bij de Classis Gouda gevoegd. Het overige deel bleef bestaan als Classis Heusden (kerkprovincie Noord-Brabant) met uitzondering van de gemeenten Engelen en Vlijmen, die naar de Classis 's-Hertogenbosch overgingen. Toegevoegd werd (uit de Classis Dordrecht) de gemeente Dussen en een ring 's-Grevelduin-Capelle, die de volgende tien gemeenten omvatte: Baardwijk, 's-Gravenmoer, Raamsdonk, Waspik, Besoijen, 's Grevelduin-Capelle, Sprang, Drunen, Loon op Zand, Waalwijk. In 1951 werd een nieuwe Classis Gorinchem gevormd, uitsluitend op Zuid-Hollands grondgebied.