Uw zoekacties: Oud-rechterlijk archief, Heusden, 1501-1813

0322 Oud-rechterlijk archief, Heusden, 1501-1813

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
0322 Oud-rechterlijk archief, Heusden, 1501-1813
1. 1. Archiefvorming
1.1.
Geschiedenis van de archiefvormer
Omvang van Stad en Land van Heusden
Stad en Land van Heusden wordt begrensd ten noorden door de Maas, waardoor het van de Bommelerwaard wordt gescheiden, ten oosten en zuiden door de Meierij van 's-Hertogenbosch en ten westen door het Land van Altena en is groot ruim 10.000 hectare.
De bevolking bedroeg in 1910 in de Stad 2.000 en in het overige deel van het Land ruim 13.000 inwoners.
Stad en Land van Heusden vormden oudtijds een leen van Kleef en achterleen van Brabant. Na sedert het einde van de dertiende eeuw een twistappel tussen Brabant en Holland geweest te zijn, zijn zij in 1350 aan laatstgenoemd rijk afgestaan, welk feit in het midden van de volgende eeuw zijn definitief beslag gekregen heeft.
In 1793 zijn Stad en Land bij het Departement van de Dommel gevoegd. Bij de Staatsregeling van 1801 keerden zij tot Holland terug om sedert het Koninkrijk Holland weder onder het Departement Brabant en in 1810 onder het Franse Departement van de Monden van de Rijn te ressorteren. Daarna is de landstreek bij de provincie Noord-Brabant gevoegd en gebleven.
Aantal en volgorde der banken
De dorpen of, gelijk zij vroeger ook genoemd worden, bannen van het Land van Heusden, werden onderscheiden in boven- en benedendorpen. De onderlinge volgorde is moeilijk vast te stellen. Het privilege van Albrecht van Beieren d.d. 1401 (Van Oudenhoven, Beschrijving der Stadt Heusden (1743), p. 238-), dat van 1412 (idem, p. 240) en de Tegenwoordige Staat geven telkens een andere. De index der transporten en obligaties van het Land van Heusden, voor het schepengerecht der stad Heusden verleden, is onvolledig. Van deze is de volgorde der akten van 1404 gekozen echter met tussenvoeging van Onsenoort, dat in de ban van Vlijmen lag, en waarvan bij resolutie van 18 juli 1644 de Staten van Holland verklaarden, dat het tot genoemd land behoorde (origineel in het rechterlijk archief van Onsenoort). Eethen en Meeuwen, waarvan Willem van Beieren zich de eigendom voorbehoudt, zijn het laatst geplaatst in de rij der boven-dorpen.
Boven-dorpen:
1. Heusden
2. Engelen
3. Vlijmen
4. Onsenoort
5. Baardwijk
6. Heesbeen
7. Oudheusden, Elshout en Hulten
8. Herpt en Bern
9. Hedikhuizen
10. Eethen
11. Meeuwen
Beneden-dorpen:
12. Veen
13. Wijk
14. Aalburg
15. Doeveren
16. Drongelen
17. Babyloniënbroek
18. Genderen
Rechterlijke ambtenaren
De eerste in rang was de drossaard, die de criminele zaken van Stad en Land, behoudens de te vermelden uitzonderingen, vervolgde. Verder waren er schouten of rechters, die voor de stads- en plattelandsgerechten civiel ageerden, welk ambt van schout voor de stad van Heusden met dat van drossaard is verenigd vanwege de wrijving, die zich op den duur voordeed (Van Oudenhoven, p. 60).
De schepenbank der stad telde, althans later, zeven leden, die op Dertiendag aftraden (privilege van 1404, Van Oudenhoven, p. 235). De plattelandsbanken zijn samengesteld uit heemraden, die successievelijk den naam van schepenen aannemen, doorgaans met een schuchtere overgang, waarin zij zich alleen als gerecht of als wethouders (Onsenoort) betitelen. Voor zover nawijsbaar, noemen deze personen zich reeds niet meer heemraden (zo reeds niet vroeger) in Baardwijk in 1575, in Oudheusden in 1602, in Engelen in 1611, in Onsenoort in 1640, in Eethen in 1649, in Meeuwen in 1653, in Drongelen in 1663 en in Herpt in 1694. Daarentegen verwisselen zij de naam te Wijk (waar zij in 1689 zich nog 'schepens of heemraeden' noemen) in 1694, te Aalburg in 1727, te Genderen tussen 1734 en 1737, te Veen in 1740, te Doeveren tussen 1744 en 1772 en het laatst te Babylonienbroek eerst in 1795.
Competentie der banken
De taak der schepenen kan worden onderscheiden in twee hoofdfuncties: handhaving der rechtsorde respectievelijk certificatie en registratie van rechtshandelingen.
De handhaving van rechtsorde had allereerst betrekking op de criminele rechtspraak, welke oudtijds onmiddellijk door den heer geschiedde, maar in 1318 door hem, met reserve der ernstige feiten aan de schepenen der stad voor haar eigen rechtsgebied werd afgestaan (Van Oudenhoven, p. 222). Daarna is de criminele justitie door Albrecht van Beieren in 1404 aldus hervormd, dat een bank voor de bovendorpen en een andere voor de benedendorpen werd opgericht: de eerste zou te Hedikhuizen bijeenkomen, de tweede te Genderen, beide samengesteld uit een man van ieder der dorpen, dat is dus zeven schepenen tellende. De zaken zouden bij beide bedongen worden door de drossaard van Heusden. Destijds had Willem van Beieren de hoge justitie van de dorpen Eethen en Meeuwen, volgens genoemd privilege, zich reeds voorbehouden en was deze afzonderlijk geregeld.
In later tijd, althans sedert de zeventiende eeuw, wordt de volgende toestand aangetroffen:
Ten eerste worden de beide criminele banken van boven- en benedendorpen te Heusden gespannen (of beter) zijn zij met die van de stad verenigd;
Ten tweede plegen de schepenen van Engelen en Vlijmen zich tot een afzonderlijke zitting te Vlijmen te verenigen;
Ten derde is de criminele justitie van Oudheusden en Baardwijk met de (ambachts)heerlijkheid vervreemd;
Ten vierde blijkt Onsenoort een eigen criminele bank te bezitten;
Ten vijfde wordt de criminele justitie van Eethen en Meeuwen in eerstgenoemde plaats behandeld.
Op vonnissen in criminele zaken stond geen hoger beroep open.
Hoe de civiele rechtspraak en het boedelbeheer oudtijds geregeld waren, is bij gebrek aan voldoende gegevens moeilijk te bepalen.
De stad Heusden heeft waarschijnlijk sedert het begin der veertiende eeuw een geregelde rechtspraak bezeten en tevens door dit feit de ontwikkeling der plattelandsgerechten vertraagd. In dit laatste deel van het land worden de rechtspraak en boedelbeheer eerst drie eeuwen later van enig belang om een eeuw later in de algemeen intredende verslapping weer te delen. Bovendien bezit de stad de uitsluitende judicature van de middelen te lande, dat is van (in het bijzonder directe) belastingzaken.
Nog sterker komt dit overwicht van de stad op het stuk van de certificatie van rechtshandelingen uit. Zij bezat namelijk blijkens de privileges het recht van verlij van akten uit transport, obligatie en scheiding en deling in het gehele Land van Heusden met andere waarden het recht van alle akten betreffende de grondeigendom voor schepenen te doen passeren en, gelijk hieruit volgt, alle hieruit vloeiende rechtsacties te doen beslechten. Weliswaar bezat zij dit recht in concurrentie met de plattelandsgerechten, maar deze laatste werden door de betere stedelijke administratie eeuwen lang belet hun activiteit te ontplooien. Enkele banken emancipeerden zich in de eerste helft der zeventiende eeuw verreweg de meeste echter eerst op het einde van de achttiende eeuw (zie verder de geschillen over het recht van executoriale verkoop met Babyloniënbroek in 1764 en met Engelen en Vlijmen in 1791).
Behalve de hoge en lage jurisdictie, boven vermeld, bezit de heerlijkheid Heesbeen, volgens de inhoud van de leenbrieven, ook middelbare jurisdictie en, zo dit het recht inhoudt de berechting van kleine strafzaken (politierecht) aan zich te trekken, heeft ook de bank van Herpt, die de breuken boven 4,5 pond voor de helft aan de landsheer moet verantwoorden, een zelfde recht bezeten (zie leenregister van Heusden). Hoe cassatie en hoger beroep geregeld waren, is niet nader kunnen onderzocht worden (zie de akte van 1348, bij Van Oudenhoven, blijkens welke Empel en Meerwijk hun hoofdvonnis te Heusden haalden).
Verandering en afschaffing der oude rechterlijke organisatie (ex archiefverslag 1892).
Zoals geschreven, hebben Stad en Land van Heusden van 1798 tot 1801 en sinds 1806 bij Brabant behoord. Echter schijnt dit op de rechtspraak geen invloed uitgeoefend te hebben. De bepalingen van de Staatsregeling van 1798 zijn immers ook in de overige streken van het Departement buiten gevolg gebleven. Hoe art. 82 der Staatsregeling van 1801 in Holland is uitgevoerd, is vrij onbekend. Zeker is, dat met name de criminele justitie in Stad en Land tot 1811 op dezelfden voet geschoeid bleef, zodat onder andere de bank van Baardwijk tot genoemden datum strafzaken berecht heeft. Zie overigens het reglement voor de rechtbank van Meeuwen d.d. 1804 in de huishoudelijke afdeling van het gelijknamig archief.
De rechterlijke organisatie van het jaar 1811 is 20 mei in werking getreden; de 11e juni daaropvolgend is het 'Tribunal de première instance' te 's-Hertogenbosch en waarschijnlijk kort daarna het vredegerecht te Heusden geïnstalleerd, waardoor de oude rechterlijke colleges ophielden te bestaan.
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
2. Inhoud en structuur van het archief
2.1. Verantwoording van de bewerking
2.2. Ordening van het archief
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.2. Citeerinstructie
4. Bijlagen
4.1. Concordans

Kenmerken

Datering:
1501-1813
Titel:
Oud-rechterlijk archief, Heusden
Beschrijving:
Inventaris van het oud-rechterlijk archief van Heusden
Jaar van inventarisatie:
2005
Inhoud/samenvatting:
Oud-rechterlijk archief, Heusden, 1501-1813
Auteur:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Omvang:
50,00 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Raadplegen:
Dit archief kan doorzocht worden via Notaris- en schepenakten
Bladeren door het archief kan via Bladeren door notaris- en schepenakten
Geografische namen: