De familie Mommersteeg is een echt Vlijmense familie. De naam gaat, voor zover bekend, terug tot halverwege de 16de eeuw. Dat is tot de oudst bekende stamvader Adriaan Mommersteeg. De stukken in dit archief gaan terug tot de kinderen van Michiel Mommersteeg (1685-1757) en Deliana Pullen (1685-1743). De schenker van dit archief, dhr. Hans Mommersteeg, is een nazaat van dit koppel.

Van oudsher had de familie veel bezittingen in Vlijmen en omstreken, voornamelijk landerijen. Dit zorgde er waarschijnlijk voor dat de familie heel honkvast bleef en verklaart ook waarom het archief zo uitgebreid en goed bewaard gebleven is. Het gaat om een zeer welgestelde familie door de vele bezittingen, maar ze bekleedde vaak ook hogere functies in het publieke leven, zo zijn er meerdere burgemeesters en leden van de gemeenteraad geweest, en in het zakenleven, in de hop- en zaadhandel. Het was bovendien een katholieke familie met verschillende religieuze zusters en priesters.

Enkele meer "recente" telgen uit de familie zijn de moeite waard om even dieper op in te gaan. Logischerwijs zijn uit hun archief meer stukken aanwezig dan van familieleden die verder terug liggen in de tijd. Bovendien zijn het de rechtstreekse voorvaderen van de schenker, dhr. Hans Mommersteeg, zodat ook meer stukken bij hem terecht zijn gekomen van deze personen dan van verdere vertakkingen binnen de familie.

Petrus Michielse Mommersteeg (1806-1885) x Maria de Zeeuw (1816-1894). Zie hoofdstuk 3.5. in de inventaris:

Petrus Mommersteeg, zoon van Machiel Willemsz. Mommersteeg (1768-1814) en Anna Pietersze van de Wiel (1773-1810), huwde in 1836 met Maria de Zeeuw. Beiden kwamen uit een Vlijmense familie met verschillende eigendommen in Vlijmen en Engelen. Petrus zelf kocht nog enorm veel gronden bij, eveneens in Vlijmen en Engelen. In het archief zijn een dertigtal aktes bewaard gebleven van aan- en verkopen van gronden, bijvoorbeeld in de Kleine Kaveling en het blok Den Akker te Vlijmen en de Engelse Slagen te Engelen. Zowel de familie Mommersteeg als de familie de Zeeuw zou al zaken gedaan hebben in hop. Ook dit zette Petrus Mommersteeg voort. In het archief zitten bijvoorbeeld een akte van 1850 van de aankoop van een "opstand van een hopest" (inv.nr. 28) en een register van inkomsten en uitgaven van hop over de periode 1865-1888 (inv.nr. 112).

Aloysius Franciscus Mommersteeg (1849-1930) x Bernadine van Zuijlen (1870-1944). Zie hoofdstuk 3.5.4. in de inventaris:

De zonen van Petrus, Aloysius Franciscus en Michiel Lambertus Mommersteeg, zetten met grote ijver de hophandel verder. Ze verhandelden niet alleen hop geteeld in Vlijmen en omgeving, maar gingen ook handel drijven met België, Engeland, Frankrijk, Beieren en Russisch Polen. En ook zij investeerden hun opbrengsten grotendeels in gronden. Aloysius Franciscus kocht gronden aan in Vlijmen, Engelen, Cromvoirt en Hedikhuizen. Vele van deze gronden werden verpacht aan landbouwers die ze voornamelijk gebruikten als weiland voor hun vee. Daarnaast was Aloysius Franciscus lid van de gemeenteraad, voorzitter van de Gecombineerde Buitenpolders van Vlijmen, Engelen en Hedikhuizen en lid van het bestuur van de Binnenpolders van Vlijmen. En hoewel de Mommersteegs gehecht waren aan Vlijmen, zien we dat Louis Mommersteeg ook graag reisde en de reismicrobe doorgaf aan zijn kinderen en kleinkinderen. Hij reisde voor zaken, maar zeker ook privé. In het archief zitten een reisdocument van 1882 (inv.nr. 228), correspondentie betreffende zijn huwelijksreis samen met zijn kersverse vrouw Bernadine van Zuijlen in 1894 (inv.nr. 306) en een reisdagboek met beschrijvingen van reizen naar Tirol, Wildungen en Zwitserland in 1912 en 1913 (inv.nr. 271).

Piet (Petrus Josphus Maria Hubertus) Mommersteeg, priester (1897-1966). Zie hoofdstuk 3.5.4.1. in de inventaris:

Aloysius Franciscus Mommersteeg en Bernadine van Zuijlen kregen vier zonen: Petrus (Piet) Josephus (1897-1966), Henricus (Henri of Harry) Josephus (1898-1969), Michiel (Giel) Josephus (1901-1986) en Wilhelmus (Wim) Josephus (1903-1965). Oudste zoon Piet werd in 1922 tot priester gewijd en werd nog in hetzelfde jaar kapelaan te Geffen. Deze priesterwijding zou de start worden van een boeiende en afwisselende carrière. Van 1928 tot 1939 was hij rector van verzorgingstehuis Huize Sint Anna te Nijmegen. In 1939 kreeg Piet de toestemming van bisschop mgr. Diepen om naar het American Pax Romana Congres te gaan, een internationaal katholiek congres dat gehouden werd in New York en Washington. Piet Mommersteeg zou hierop bijna 10 jaar in Amerika verblijven. Hij was erg betrokken bij de anti-nazibeweging en in de US was hij veilig. In het archief zijn verschillende publicaties bewaard gebleven van zijn hand en anderen over dit onderwerp en over de Tweede Wereldoorlog meer in het algemeen. Vanuit Amerika zette hij zich ook in voor de renovatie van de Universiteit van Nijmegen. Daarnaast werd hij legeraalmoezenier van de Nederlandse troepen in Amerika en Canada. Piet Mommersteeg onderhield contacten met vooraanstaande personen zoals mgr. Poels, dr. Cornelissen en Heinrich Brüning (Zie inv.nrs. 325-327 en 356). Terug in Nederland werd hij achtereenvolgens rector van het Fraterhuis Papenhulst, directeur van het Diocesaan Sociaal-Caritatief Centrum en Bisschoppelijk Commissaris van het Centrum. Hij overleed in 1966.

In het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) staat het archief van Piet Mommersteeg. Dit werd na zijn dood overgebracht naar het Archief van het Bisdom van 's-Hertogenbosch en is nog steeds eigendom van het bisdom. Het archief loopt van 1929-1964 en bedraagt 3 strekkende meter. De stukken in deze inventaris beschreven, zijn dus slechts een klein gedeelte van zijn volledige archief.

Henri Mommersteeg (1898-1969) x Johanna (Joke) Janssen (1904-1995). Zie hoofdstuk 3.5.4.2. in de inventaris:

Henri Mommersteeg is in Vlijmen en omgeving uiteraard voornamelijk bekend als stichter van de zaadhandel. Het Streekarchief bezit het archief van Mommersteeg International en voorgangers. Het zakelijke leven van Henri Mommersteeg wordt beschreven in de inleiding bij het archief en uitgebreid in het boek "Grandeur in grassen". In het familiearchief zitten voornamelijk stukken die betrekking hebben op zijn privéleven, vanaf ongeveer zijn tiende levensjaar tot zijn overlijden in 1969, en ook dat van zijn vrouw Joke Janssen.

Henri volgde zijn studie op kostschool aan het Canisius College te Nijmegen. Hij moest de school echter in 1916 verlaten omdat hij gezondheidsproblemen kreeg. Hij had last van herhaaldelijk optredende epilepsieaanvallen. Weer thuisgekomen begon hij rond 1918 met de administratie van de landerijen die in bezit waren van de familie. Nadat zijn gezondheidstoestand aanzienlijk verbeterd was, trok Henri samen met zijn vader Louis naar Engeland. Hij zou er een achttal maanden blijven en stage doen op de afdeling gras- en klaverzaden van de firma Le May, een zakenpartner van zijn vader. Deze maanden in Engeland zouden voor Henri de ommezwaai betekenen naar de opstart van zijn eigen bedrijf.

Naast het werk had Henri Mommersteeg verschillende hobby's. Hij hield van de jacht, tennis en van reizen. In het archief zijn verschillende reisdocumenten en reisdagboeken terug te vinden. Na zijn huwelijk met Joke Janssen in 1928 zou Italië zijn favoriete reisbestemming worden, meerbepaald het dorp Gardone Riviera aan het Gardameer. Hij werd er in de jaren '60 zelfs tot ereburger benoemd. Ook trok hij, net als zijn broer Piet, meerdere malen naar Amerika, vooral voor zaken. Na een rijk gevuld leven, zowel privé als zakelijk, overleed Henri op 11 augustus 1969.